Beleggen is weer booming

Beleggen is weer net zo populair als vóór de crisis. De groei lijkt op die in de jaren negentig van de vorige eeuw.

Onderzoeksbureau Kantar TNS maakt bekend dat het aantal Nederlandse huishoudens dat belegt het afgelopen jaar is gestegen met liefst 14%.

In augustus telde ons land in totaal 1,38 miljoen beleggende huishoudens. Op het hoogtepunt aan het eind van de jaren negentig waren dat er 1,9 miljoen. Nog behoorlijk wat meer dan nu dus, maar het groeipercentage van 14% is ongekend.

Kantar baseert deze nieuwe cijfers op een steekproef onder bijna 37.000 huishoudens. Een deel daarvan werd ook gevraagd naar de motivatie om te beleggen.

De belangrijkste aanleiding voor nieuwe beleggers blijkt niet alleen de lage spaarrente te zijn (je vermogen brengt op een gewone spaarrekening vrijwel niets meer op). Een tweede veelgehoorde aansporing om te gaan beleggen is dat iemand in de naaste omgeving – de spreekwoordelijke buurman - het ook doet.

Overheid trekt zich terug

Een analist van beleggersbank Binck merkt in een artikel in het FD over deze groeicijfers op dat er nog een andere belangrijke factor meespeelt: de terugtrekkende overheid.

Omdat het bijvoorbeeld niet meer mogelijk is om een tophypotheek af te sluiten en omdat voordelige regelingen als de VUT voor ouderen en de basisbeurs voor studenten zijn verdwenen, gaan mensen op zoek naar alternatieven voor financiering van hun doelen.

Brokers spelen daar goed op in met allerlei nieuwe producten. Waaronder automatisch laten beleggen en toegankelijk online vermogensbeheer.

Beleggen voelt weer veiliger

Opvallend is dat ruim een derde van de beleggende Nederlanders het gevoel heeft dat beleggen veiliger is geworden. Vorig jaar was dat nog een kwart.

De stap van sparen naar beleggen is daardoor iets minder groot geworden.

(door Ton Hermans, Bankenvergelijking, 10 november 2017)